Huil maar, het mag. (4/4)

En zo zijn we bijna alweer een jaar verder. Eindelijk heb ik de kracht om blog 4 te schrijven. In blog 1 tot 3 vertelde ik over hoe mn papa na een hartstilstand nooit meer dezelfde zou worden. Hoe dat mn kindertijd heeft getekend. Ondertussen ben ik er met de hulp van mn psychologe, achter dat het ook nu nog steeds mn leven bepaalt. Hard. Verdomd hard.

Ik verkondigde altijd vol trots hoe goed ik het doe. Hoe een waanzinnig sterke vrouw ik geworden ben: succesvol in mn job, omringd door wellicht de fijnste vrienden ter wereld en in een liefdevolle relatie. Maar dan ineens dat besef: ik kan het niet meer aan.

Lieve schat, zei de psycholoog, je hebt het zo ver laten komen dat je jezelf helemaal uit het oog bent verloren. Als kleine meid is er nooit ruimte geweest voor jouw angsten, zorgen, verdriet. Je hebt geleerd deze compleet weg te drukken. Hierdoor ben je de beste oplosser van problemen die ik ooit heb ontmoet, maar je loopt daarbij wel voorbij aan je eigen behoeften en gevoelens. Dit weekend vertelde ik dit inzicht tegen mn mama: “je bent er altijd voor me geweest, gaf me eten en liet me opgroeien, maar was er nooit écht voor me. Ze noemen dat soms emotionele verwaarlozing.” BAM. Zo, recht in haar gezicht. Ze keek me aan, er rolde een traan over haar wangen. “Je hebt gelijk. Ik had daarvoor gewoon geen tijd en energie. Het enige wat ik probeerde is overleven en jullie grootbrengen.”
Ik probeer niet te denken in termen van schuld. Niemand heeft hier schuld aan, we zaten gewoon in die klote situatie. Die klote situatie die mij heeft geleerd om niet te veel herrie te maken, flink te zijn, mezelf weg te cijferen, het leven te zien in functie van de behoeften van anderen.

Ik typ het hier in 1 adem, maar het is zo verdomd moeilijk om in te zien dat ik in een patroon ben terechtgekomen waarbij de zorg voor anderen centraal staat. En ik? Wat wil jij eigenlijk?, vroeg mn psycholoog me. Een vraag die ik zo moeilijk kon beantwoorden. Die vraag is me eigenlijk nooit echt gesteld. Wat wil ik eigenlijk?

Eén ding is zeker, ik MOET uit dit patroon. Ik moet ontdekken wat ik wil, in mn job en in relaties. Dingen en mensen vaarwel zeggen.
Mensen noemen me nu dapper. Dapper omdat ik voor mezelf kies. Ik zie vooral hoe moeilijk het is. Moeilijk om uit die patronen te stappen, ook met mensen die ik zo immens graag zie.

En wenen. Veel wenen. Om het onrecht dat me als mini mensje is aangedaan. Om het besef dat ik misschien nooit meer die sterke vrouw zal zijn waar zovelen naar opkijken.

Maar vooral ook hopen. Hopen dat dit zoekproces me rust zal brengen, meer in balans. Ofzoiets. Me ook kwetsbaar durven opstellen. Aan anderen laten zien dat ik ook niet alles weet en kan. En ook eens even niet fantastisch kan zijn. Dát is al fantastisch op zich. 

Oh, en hulp vragen. Even zeggen als het me moeilijk gaat. Ondersteuning opzoeken als ik dat nodig heb.
Dus daarom, iemand nog een knuffel op overschot? Ik zou het best even kunnen gebruiken nu…

7 thoughts on “Huil maar, het mag. (4/4)

Leave a comment